Telefoon

Bluetooth-apparaten aansluiten


Bluetooth is een korte-afstand draadloze netwerktechnologie. Via Bluetooth kunt u mobiele apparaten in de buurt draadloos aansluiten voor het verzenden en ontvangen van gegevens tussen aangesloten apparaten. Zo kunt u nog beter gebruikmaken van uw apparaten.
Op uw systeem kunt u alleen de functie Bluetooth Handsfree en Audio gebruiken. Sluit een mobiel apparaat aan dat ondersteuning biedt voor de functie Bluetooth Handsfree of Audio.
Waarschuwing
Parkeer uw voertuig op een veilige plek voordat u Bluetooth-apparaten gaat aansluiten. Als u wordt afgeleid tijdens het rijden kan dit leiden tot een verkeersongeluk, persoonlijke verwondingen of overlijden.

Apparaten met uw systeem koppelen

Koppel voor Bluetooth-verbindingen eerst uw apparaat met het systeem om het aan de lijst met Bluetooth-apparaten toe te voegen. U kunt maximaal zes apparaten registreren.
  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen > Nieuw toevoegen.
  1. Als u voor de eerste keer een apparaat met uw systeem koppelt, kunt u ook op de toets Bellen/beantwoorden op het stuur drukken. Of druk op het startscherm op Alle menu's > Telefoon.
  1. Selecteer de gewenste functie en druk op OK.
  1. Op het Bluetooth-apparaat waarmee u verbinding wilt maken, activeert u Bluetooth, zoekt u naar het systeem van uw voertuig en selecteert u dit.
  1. Controleer de Bluetooth-naam van het systeem, die in het nieuwe pop-upregistratievenster op het systeemscherm wordt weergegeven.
  1. Controleer of de Bluetooth-toegangscodes die worden weergegeven op het Bluetooth-apparaatscherm en het systeemscherm hetzelfde zijn en bevestig de verbinding vanaf het apparaat.
  1. Als u een mobiele telefoon aansluit, ga er dan mee akkoord dat het systeem toegang heeft tot en gegevens kan downloaden van het apparaat.
  1. Het downloaden van gegevens is alleen voor Bluetooth-oproepfuncties. Toestemming is niet vereist als u een audio-apparaat aansluit.
Opmerking
  • Het kan even duren voordat het systeem verbinding maakt met het apparaat nadat u het systeem toegang tot het apparaat verleent. Als er een verbinding is gemaakt, wordt het Bluetooth-statuspictogram boven in het scherm weergegeven.
  • U kunt de toestemmingsinstellingen wijzigen via het instellingenmenu voor Bluetooth op de mobiele telefoon. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding bij uw mobiele telefoon.
  • Als er via Bluetooth een apparaat is verbonden met het systeem, kunt u geen ander apparaat koppelen.
  • Als u niet wilt dat het systeem automatisch verbinding maakt met het apparaat, schakel dan Bluetooth op uw telefoon uit.

Verbinding maken met een gekoppeld apparaat

Om een Bluetooth-apparaat op uw systeem te gebruiken, sluit u het gekoppelde apparaat op het systeem aan. U kunt uw systeem verbinden met één apparaat voor Bluetooth-handsfree of twee apparaten tegelijk voor Bluetooth-audio.
De getoonde schermen en de beschikbare functies kunnen verschillen per model van het voertuig of de specificaties.

Optie A

  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen.
  1. Druk op een apparaatnaam of Verbinden.
  1. Als er al een ander apparaat is verbonden met uw systeem, verbreekt u de verbinding. Druk op Verbreken naast het apparaat.
  1. Geef de optielijst weer.
  1. Handleiding: open de online gebruiksaanwijzing via de QR-code. Voor uw veiligheid hebt u alleen toegang tot de QR-code wanneer uw voertuig stil staat.
  1. Terugkeren naar het vorige niveau.
  1. Maak verbinding met het apparaat.
  1. Lijst met Bluetooth-apparaten die zijn gekoppeld aan het systeem. Druk op een apparaatnaam om het apparaat te verbinden of los te koppelen.
  1. Verbreek de verbinding met het apparaat.
  1. Selecteer de gewenste functie van het Bluetooth-apparaat.
  1. Koppel een nieuw apparaat met uw systeem.
  1. Verwijder gekoppelde apparaten. Gedownloade gegevens van apparaten wordt ook verwijderd.

Optie B

  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen.
  1. Druk op een apparaatnaam.
  1. Als er al een ander apparaat is verbonden met uw systeem, verbreekt u de verbinding. Druk op een apparaatnaam en druk op Verbreken uit het pop-upvenster.
  1. Geef de optielijst weer.
  1. Scherm uit (indien aanwezig): schakel het scherm uit. Druk op het scherm om het weer in te schakelen.
  2. Prioriteit autom. verbinding: stel de prioriteit in van gekoppelde apparaten waarmee uw systeem automatisch verbinding maakt wanneer het wordt ingeschakeld.
  3. Handleiding: open de online gebruiksaanwijzing via de QR-code. Voor uw veiligheid hebt u alleen toegang tot de QR-code wanneer uw voertuig stil staat.
  1. Terugkeren naar het vorige niveau.
  1. Lijst met Bluetooth-apparaten die zijn gekoppeld aan het systeem. Druk op een apparaatnaam om het apparaat te verbinden of los te koppelen.
  1. Koppel een nieuw apparaat met uw systeem.
  1. Verwijder gekoppelde apparaten. Gedownloade gegevens van apparaten wordt ook verwijderd.
  1. Selecteer een functie die u wilt gebruiken en druk op OK.
Opmerking
  • Wanneer u een Bluetooth-apparaat niet kunt verbinden, controleer dan of Bluetooth op het apparaat is geactiveerd.
  • Als een verbinding wordt beëindigd omdat een apparaat buiten het verbindingsbereik is of er een apparaatfout optreedt, wordt de verbinding automatisch hersteld als het apparaat het verbindingsbereik weer betreedt of als de fout is opgelost.
  • Als een verbinding instabiel is door een communicatiefout, reset u Bluetooth door te drukken op Alle menu’s > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Reset en opnieuw verbinding te maken met het apparaat (indien aanwezig).

De verbinding met een apparaat verbreken

Als u het gebruik van een Bluetooth-apparaat wilt stoppen of verbinding wilt maken met een ander apparaat, verbreekt u de verbinding met het momenteel verbonden apparaat.
De getoonde schermen en de beschikbare functies kunnen verschillen per model van het voertuig of de specificaties.

Optie A

  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen.
  1. Druk op een apparaatnaam of Verbreken.
  1. Druk op Ja.

Optie B

  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen.
  1. Druk op een apparaatnaam.
  1. Druk op Verbreken.

Gekoppelde apparaten verwijderen

Als u een Bluetooth-apparaat niet langer gekoppeld wilt hebben of als u verbinding wilt maken met een nieuw apparaat als de Bluetooth-apparaatlijst vol is, verwijdert u gekoppelde apparaten.
  1. Druk op het startscherm op Alle menu's > Instellingen > Verbinding mobiel > Bluetooth > Bluetooth-verbindingen > Apparaten verwijderen.
  1. Selecteer de apparaten die u wilt verwijderen en druk op Wissen.
  1. Om alle gekoppelde apparaten te verwijderen, drukt u op Alles markeren > Wissen.
  1. Druk op Ja.
  1. Gedownloade gegevens van apparaten wordt ook verwijderd.
Opmerking
Als uw systeem draadloze telefoonprojectie ondersteunt en u een toestel uit de lijst met Bluetooth-apparaten, dan wordt dit toestel ook verwijdert uit de lijst met toestellen voor telefoonprojectie.