Voertuig
Dit menu beschrijft de voertuiginstellingen. Sommige functies kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.
Head-updisplay (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor het head-updisplay wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Head-up display].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Head-up display aan]: geeft de informatie van het head-updisplay op de voorruit weer.
- [Scherminstellingen]: u kunt de [Displayhoogte], [Rotatie] en [Helderheid] instellen.
- [Inhoudselectie]: u kunt de inhoud van het head-updisplay instellen.
- [Snelheidsmeter]: u kunt de lettergrootte of de kleur van de snelheidsmeter instellen in het head-updisplay met behulp van [Cijfergrootte] of [Snelheidsmeterkleur].
Bestuurdersassistentie (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor bestuurdersassistentie wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Bestuurdershulp].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [SCC-reactiesnelheid]: past de responsiviteit van de smart cruise control aan op de versnelling van een voertuig dat voor u rijdt. U kunt [Snel], [Normaal] of [Langzaam] selecteren.
- [SCC (Smart Cruise Control)]: stelt de eigenschappen van het SCC-systeem (Smart Cruise Control) in. U kunt [Snelle reactie], [Normale reactie] of [Langzame reactie] selecteren.
- [Rijbegeleiding]: stelt de eigenschappen van het rijassistentiesysteem in.
- [Waarschuwing bij vertrek voorste voertuig]: de bestuurder krijgt een melding wanneer het voorste voertuig wegrijdt.
- [LFA (Lane Following Assist)]: corrigeert het stuur automatisch zodat het voertuig in het midden van de rijbaan blijft.
- [HDA (Highway Driving Assist)]: biedt assistentie bij het rijden op een snelweg aan de hand van de ingestelde snelheid en afstand tot het voorste voertuig terwijl het voertuig in het midden van de rijbaan wordt gehouden.
- [LFA (Lane Following Assist) automatisch aan]: TBD.
- [HLCA (Highway Lane Change Assist)]: biedt assistentie bij het wisselen van rijbaan op een snelweg wanneer de bestuurder de richtingaanwijzer gebruikt.
- [Snelheidslimiet-aanpassing (snelweg)]: vermindert de snelheid automatisch in een zone met een maximumsnelheid.
- [Aanpassing bocht-snelheid (snelweg)]: vermindert de snelheid automatisch in een gebied met veel bochten op de snelweg.
- [Automatische snelheids-wijziging op de snelweg]: TBD.
- [SLW (Waarschuwing snelheidslimiet)]: geeft de huidige snelheidslimiet weer.
- [DAW (Driver Attention Warning)]: stelt de eigenschappen van het DAW-systeem (Driver Attention Warning) in. Selecteer de items die u wilt instellen.
- [Timing waarschuwing]: stelt in wanneer een waarschuwing wordt gegeven voor een functie zoals Driver Attention Warning en Forward Safety. U kunt [Normaal] of [Laat] selecteren.
- [Volume waarschuwing]: stelt het volume van het waarschuwingsgeluid in voor een functie zoals Driver Attention Warning en Forward Safety. U kunt [HIGH], [Medium], [Laag] of [Uit] selecteren.
- [Haptische waarschuwing]: stelt de intensiteit van de trillingswaarschuwing op het stuur in. U kunt [Sterk], [Medium], [Zwak] of [Uit] selecteren.
- [Veiligheid voorkant]: stelt het Forward Safety-waarschuwingssysteem in.
- [Veiligheid voorkant bij kruisend verkeer]: Biedt assistentie bij het vermijden van botsingen door een waarschuwing te geven en voertuigbeheersing wanneer een risico op frontale botsing wordt gedetecteerd.
- [Actieve ondersteuning]: Vermijden van botsingen door een waarschuwing te geven en voertuigbeheersing wanneer er een risico op frontale botsing wordt gedetecteerd.
- [Alleen waarschuwing]: Er wordt een waarschuwing afgegeven wanneer er een risico op een frontale botsing wordt gedetecteerd.
- [Uit]: schakelt de Forward Safety-functie uit.
- [Rijstrookveiligheid]: stelt het Lane Safety-systeem in.
- [Actieve LKAS (Lane Keeping Assist)]: corrigeert het stuur automatisch om het voertuig in het midden van de rijbaan te houden.
- [LKA (Lane Keeping Assist)]: corrigeert het stuur automatisch om het voertuig in de rijbaan te houden.
- [LDW (Lane Departure Warning)]: geeft een waarschuwing wanneer het voertuig de rijbaan verlaat.
- [Uit]: schakelt de Lane Safety-functie uit.
- [Dodehoekveiligheid]: stelt het Blind-spot Safety-systeem in.
- [Weergave dode hoek]: geeft de dode hoek weer in het cluster wanneer van rijbaan wordt gewisseld en het knipperlicht wordt gebruikt.
- [SEA (Safe Exit Assist)]: helpt inzittenden veilig uit het voertuig te stappen door verkeer in de dode hoek te detecteren en een waarschuwing te geven.
- [Actieve ondersteuning]: Helpt bij het vermijden van botsingen aan de hand van een waarschuwing en voertuigbeheersing, wanneer er een risico op botsing wegens de dode hoek wordt gedetecteerd.
- [Alleen waarschuwing]: Er wordt een waarschuwing afgegeven wanneer er een risico op een botsing wegens de dode hoek wordt gedetecteerd.
- [Uit]: schakelt de Blind-spot Safety-functie uit.
- [Parkeerveiligheid]: stelt het Parking Safety-systeem in.
- [Monitor omgevingszicht automatisch ingeschakeld]: activeert automatisch de Surround View Monitor wanneer de waarschuwing voor parkeerafstand actief is.
- [PDW automatisch actief]: activeert automatisch de waarschuwing voor parkeerafstand als u met lage snelheid rijdt.
- [Veiligh. kruis. verk. achter]: Helpt bij het vermijden van botsingen door een waarschuwing te geven en voertuigbeheersing te bieden wanneer een risico op botsing aan de achterkant wordt gedetecteerd tijdens achteruitrijden.
- [Actieve ondersteuning]: Helpt bij het vermijden van botsingen aan de hand van een waarschuwing en voertuigbeheersing, wanneer er een risico op een botsing tijdens het achteruitrijden wordt gedetecteerd.
- [Alleen waarschuwing]: Er wordt een waarschuwing afgegeven, wanneer er een risico op een botsing tijdens het achteruitrijden wordt gedetecteerd.
- [Uit]: schakelt de Parking Safety-functie uit.
- [Volume voor PDW]: Stelt het volume in van het waarschuwingsgeluid voor de parkeerafstand.
Rijmodus (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor de rijmodus wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Rijmodus].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [CUSTOM]: configureert de rijmodus op basis van selecties door de gebruiker.
- [Aandrijving]: u kunt een aandrijflijnmodus selecteren door [SMART], [ECO], [COMFORT], [SPORT] of [SNEEUW] te kiezen.
- [Sturing]: u kunt een stuurmodus selecteren door [COMFORT], [SPORT], [COMFORT+] of [SPORT+] te kiezen.
- [Wielophanging]: u kunt een ophangingsmodus selecteren door [COMFORT+], [COMFORT], [SPORT], [SPORT+] of [SMART] te kiezen.
- [VIERWIELAANDRIJVING]: u kunt een modus voor vierwielaandrijving selecteren door [ECO], [COMFORT], [SPORT] of [SMART] te kiezen.
- [Waarschuw. bij wijziging]: wanneer de rijmodus wordt gewijzigd, wordt de bijbehorende informatie weergegeven.
- [Gedetailleerde waarschuwing]: een wijziging van de rijmodus wordt weergegeven aan de hand van een afbeelding van het voertuig en een gedetailleerde beschrijving.
- [Eenvoudige waarschuwing]: een wijziging van de rijmodus wordt aangegeven door een kort bericht bovenaan het scherm.
- [Geen waarschuwing]: een wijziging van de rijmodus wordt niet aangegeven.
- [Extra zijdel. stoelonderst.]: biedt extra ondersteuning aan de zijkanten met behulp van kussentjes in de SPORT-modus.
- [Zeilmodus]: met Eco-coasting wordt brandstof bespaard door automatisch naar N te schakelen wanneer in de vrij wordt gereden. [Zeilmodus] wordt weergegeven wanneer Eco-coasting actief is.
- [ECO]: Veranderingen de instellings waarde van de [ECO] aandrijf modus.
- [Airconditioning]: U kunt [ECO] of [Normaal] kiezen.
- [Recuperatie]: U kunt een herstel verjonging waarde kiezen.
- [Maximumsnelheid]: U kunt een maximale snelheids limiet instellen waarde bepalen.
- [NORMAL]/[COMFORT]: Veranderingen de instellings waarde van de [NORMAL]/[COMFORT] aandrijf modus.
- [Airconditioning]: U kunt [ECO] of [Normaal] kiezen.
- [Recuperatie]: U kunt een herstel verjonging waarde kiezen.
- [SPORT]: Veranderingen de instellings waarde van de [SPORT] aandrijf modus.
- [Airconditioning]: U kunt [ECO] of [Normaal] kiezen.
- [Recuperatie]: U kunt een herstel verjonging waarde kiezen.
- [Reset (ECO/NORMAL/SPORT)]/[Reset (ECO/COMFORT/SPORT)]: Reset de instellingen van de rijmodus naar de fabrieks instellingen.
Rij-/Terreinmodus (indien geleverd)
De informatie, die vertoond wordt als de rijmodus gewijzigd wordt. U kunt de alert wijziging rij-/terreinmodus instellen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Rij-/terrein-modus] > [Bericht bij wijziging rij-/terreinmodus].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Bericht bij wijziging rij-/terreinmodus]: wanneer de rij-/terreinmodus wordt gewijzigd, wordt de bijbehorende informatie weergegeven.
- [Gedetailleerde waarschuwing]: een wijziging van de rij-/terreinmodus wordt weergegeven aan de hand van een afbeelding van het voertuig en gegevens van de wijziging.
- [Eenvoudige waarschuwing]: een wijziging van de rij-/terreinmodus wordt aangegeven door een kort bericht bovenaan het scherm.
- [Geen waarschuwing]: een wijziging van de rij-/terreinmodus wordt niet aangegeven.
- [Airconditioning eco-modus]: vergroot het rijbereik door koel- en verwarmingsaandrijving van de airco te verminderen.
- [Extra zijdel. stoelonderst.]: biedt extra ondersteuning aan de zijkanten met behulp van kussentjes in de SPORT-modus.
- [Zeilmodus]: met Eco-coasting wordt brandstof bespaard door automatisch naar N te schakelen wanneer in de vrij wordt gereden. [Zeilmodus] wordt weergegeven wanneer Eco-coasting actief is.
Klimaatregeling (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor de klimaatregeling wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Airco].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Interne luchtcirculatie]: blokkeert de stroom van buitenlucht binnen het voertuig.
- [Activeren bij gebruik van ruitensproeier]: voorkomt automatisch dat de geur van sproeivloeistof in het voertuig komt.
- [Activeren bij verhoogde stofbelasting van de buitenlucht]: activeert automatisch luchtrecirculatie op basis van de ontvangen informatie over stof buiten.
- [Activeren bij het binnenrijden van tunnels]: sluit de ramen automatisch en activeert luchtrecirculatie bij het binnenrijden van een tunnel.
- [Activeren bij het binnenrijden van een ondergrondse parkeergarage]: activeert automatisch de luchtrecirculatie bij het binnenrijden van een ondergrondse parkeergarage.
- [Automatische ventilatie]: Schakelt het ventilatiesysteem automatisch in de modus Frisse Lucht na uitgebreid gebruik van gerecirculeerde lucht.
- [Automatisch ontwasemen]: schakelt automatisch naar ventilatie van frisse lucht om de vochtigheid te verlagen na een uitgebreid gebruik van luchtrecirculatie.
- [Intelligente ventilatie]: als het systeem van klimaatregeling uit is, wordt automatisch ventilatie van frisse lucht geactiveerd om de luchtkwaliteit in het voertuig optimaal te houden.
- [Verlaging uitstoot koolstofdioxide]: schakelt automatisch naar ventilatie van frisse lucht om de niveaus van koolstofdioxide te verlagen in het voertuig.
- [Opties Ontwasemen/ Ontdooien]: richt lucht op de voorruit om het vocht op het glas van de voorruit te verminderen.
- [Ontwasemen/Ontdooien]: stelt de DEF-knop in zodat de ventilatorsnelheid wordt verhoogd, naar Frisse Lucht wordt geschakeld, de A/C wordt geactiveerd en lucht op de voorruit wordt gericht om die vrij te maken.
- [Automatisch ontwasemen]: Activeert automatisch verschillende ontmistingsfuncties op basis van de hoeveelheid vochtigheid in het voertuig.
- [Instellingen airco]: stelt de functie van klimaatregeling in
- [Indirecte ventilatie]: stelt de driedimensionale verspreiding van luchtstroom in voor het verkoelen van het voertuig.
- [Airco achter vergrendelen]: instellingen voor klimaatregeling achterin zijn vergrendeld wanneer dit is geselecteerd.
- [Airconditioning achterin]: gaat naar het instellingenscherm voor klimaatregeling achterin.
Eco-voertuig (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor eco-voertuig wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Eco-voertuig].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Zeilfunctie]: De afrembegeleiding helpt de bestuurder om brandstof te besparen door aan te bevelen wanneer hij zijn voet van het gaspedaal moet halen. u kunt [Geluid aan] of [Geluid uit] selecteren.
- [Zeilfunctie starten]: Geeft aan wanneer u moet beginnen afremmen (het gaspedaal loslaten) om brandstof te besparen. u kunt [Snel], [Medium] of [Langzaam] selecteren.
- [Intelligente recuperatie]: Past automatisch het recuperatieniveau aan afhankelijk van de huidige rijsituatie.
- [Vergrendelingsmodus oplaadstekker]: selecteert de vergrendelmodus voor een aangesloten oplaadkabel. U kunt [Tijdens opladen], [Altijd] of [Niet vergrendelen] selecteren.
- [VESS-volumeregeling (Vir-tual Engine Sound Syst.)]: selecteert het volumeniveau van het geluidssysteem van de virtuele motor.
Verlichting (indien geleverd)
U kunt de verlichtingsinstellingen wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Licht].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Omgevingslicht]: stelt de helderheid en kleur van het omgevingslicht in.
- [Helderheid]: past de helderheid van het omgevingslicht aan. U kunt opties selecteren in het bereik van [Uit] tot [10].
- [Kleur]: selecteert de kleur van het omgevingslicht.
- [Omgevingslicht]: Omgevingsverlichting wordt ingeschakeld als het voertuig in PARK is of als een deur geopend is.
- [One-touch richtingaanw.]: selecteert het aantal keren dat het knipperlicht knippert wanneer de hendel van het knipperlicht licht wordt aangeraakt. U kunt [7 x knipperen], [5 x knipperen], [3 x knipperen] of [Uit] selecteren.
- [Richtingaanwijzereffect]: de lampjes van het knipperlicht lichten opeenvolgend op om de richting aan te geven.
- [Koplamp time-out]: wanneer de motor uit staat, gaan de buitenlampen binnen ongeveer 15 seconden uit.
- [Reismodus]: verkleint het bereik van de koplampen om verblindend licht voor tegenliggers te voorkomen in landen met tegengestelde rijrichtingen.
- [Verlichte knop bij nadering]: knoppen in het centrale bedieningspaneel lichten op wanneer u er met een vinger/hand naartoe beweegt.
- [HBA (High Beam Assist)]: Deactiveert automatisch het groot licht om verblinding te vermijden voor de voertuigen uit de andere richting.
- [Intelligent koplampsysteem]: u kunt [20 km/h], [40 km/h] of [60 km/h] selecteren.
Deur (indien geleverd)
U kunt de deurinstellingen wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Deur].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Automatisch vergrendelen]: stelt de voorwaarde in dat alle deuren automatisch worden vergrendeld. U kunt [Vanaf minimumsnelheid], [Actief bij schakelen] of [Uit] selecteren.
- [Automatisch ontgrendelen]: stelt de voorwaarde in dat alle deuren automatisch worden ontgrendeld. U kunt [Bij verwijderen van sleutel], [Bij selectie P] of [Uit] selecteren.
- [Vergrendeling bij weglopen]: alle deuren worden vergrendeld wanneer de slimme sleutel niet meer in de buurt is. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u alle deuren sluiten.
- [Ontgrendelen bij naderen]: de deurhendel(s) komen omhoog en worden ontgrendeld wanneer de slimme sleutel in de buurt is.
- [Terugkoppeling claxon]: een audiosignaal kondigt aan dat de deuren worden vergrendeld.
- [Elektrische achterklep]: met de knop voor de elektrisch bediende achterklep kan de achterklep automatisch worden geopend of gesloten.
- [Handenvrije kofferdeksel]: de kofferbak wordt automatisch geopend als u naar de kofferbak toeloopt met de slimme sleutel.
- [Snelheid elektr. achterklep]: Stelt de snelheid in voor het openen en sluiten van de laadklep. U kunt [Snel] of [Langzaam] selecteren.
- [Open.hoogte elektr. achterklep]: Stelt de hoogte in dat de koffer automatisch beweegt bij het openen. U kunt [Niveau 1], [Niveau 2], [Niveau 3], [Volledig open], [Instelling lengte gebruiker].
- [2-staps ontgrendeling]: Alle deuren worden ontgrendeld wanneer tweemaal op de ontgrendelingsknop wordt gedrukt. (Een keer drukken ontgrendelt enkel de deur van de bestuurder)
Cluster (indien geleverd)
U kunt de clusterinstellingen wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Cluster].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Service-interval]: Een waarschuwing wordt weergegeven wanneer een gespecificeerd onderhoudsfrequentie is vervallen.
- [Service-interval aan]: schakelt de informatie over de onderhoudsinterval in of uit.
- [Afstand]: stelt de afstand van de onderhoudsinterval in op km.
- [Periode]: stelt de periode van de onderhoudsinterval in op dag(en).
- [Reset]: initialiseert de onderhoudsinterval.
- [Energieverbruik auto-reset]: Stelt de voorwaarde in om het energieverbruik automatisch te resetten. U kunt [Na het starten], [Na het tanken] of [Uit] selecteren.
- [Inhoudselectie]: stelt in welke inhoud wordt weergegeven in het cluster.
- [Pop-up versnelling]: geeft een pop-upvenster weer wanneer u naar een andere versnelling schakelt.
- [Ruitenwisser/licht display]: geeft de modus voor ruitenwissers en lampen weer wanneer u de hendels voor de ruitenwisser of lampen bedient.
- [Verkeersborden]: geeft verkeersborden zoals snelheidsborden weer.
- [Waarschuwing glad weer]: er wordt een waarschuwing gegeven wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4 ℃ en de wegen glad kunnen zijn.
- [Volume hulpstem]: Past het volume aan van de stembegeleiding.
- [Welkomstgeluid]: wanneer het cluster wordt in- en uitgeschakeld, wordt een welkomstgeluid afgespeeld.
- [Sneilheidsmeter subscala]: geeft de secundaire snelheidsmeterschaal onder de primaire schaal weer.
Gebruiksgemak (indien geleverd)
U kunt de instellingen voor gebruiksgemak wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Comfort].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Waarschuwing inzittende achter]: Geeft een alarmsignaal als de beweging in de zetels achteraan wordt gedetecteerd na het vergrendelen van het voertuig.
- [Welkomstfunctie spiegels/licht]: selecteert de voorwaarde wanneer de buitenspiegels en de lamp van de deurhendel worden uitgeklapt en automatisch worden ingeschakeld.
- [Bij deurontgrendeling]: de verwelkomingsfunctie wordt ingeschakeld wanneer de deuren worden ontgrendeld.
- [Bij naderen vn. bestuurder]: de verwelkomingsfunctie wordt ingeschakeld wanneer de bestuurder naar het voertuig toe loopt met de slimme sleutel.
- [Draadloos laadsysteem]: de draadloze oplaadmat kan worden gebruikt met compatibele apparaten. U kunt deze functie instellen voor [Voor] en [Achter].
- [Automatische ruitenwisser (achteruit)]: de ruitenwisser aan de achterkant schakelt automatisch in wanneer de ruitenwisser aan de voorkant is ingeschakeld en de versnelling in de achteruit wordt gezet.
- [Active sound design]: selecteert de motorgeluidsmodus. U kunt [Versterkt], [Normaal], [Gedempt] of [Uit] selecteren.
- [Motorsoundinstellingen]: stelt het motorgeluid in.
- [Modus en volume]: schakelt het motorgeluid in of uit en selecteert het motorgeluid. U kunt [Verfijnd], [Dynamisch] of [Extreem] selecteren en het motorgeluidsniveau aanpassen.
- [Toon]: past de geluidstoon van [Krachtige bass], [Sportief midden] en [Intense hoge tonen] aan.
- [Gaspedaalrespons]: past de reactie van de geleidelijke versnelling aan. U kunt [Langzamer], [Normaal] of [Sneller] selecteren.
- [Mijn motorgeluid]: slaat de aangepaste combinaties van volume-instellingen, tooninstellingen en reactie-instellingen van het versnellingspedaal op. Er kunnen maximaal zes combinaties worden opgeslagen.
- [Help]: geeft de help voor de motorgeluidsinstellingen weer.
- [Actieve geluidsbeheersing op de weg]: TBD
Stoel (indien geleverd)
U kunt de stoelinstellingen wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Stoel].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Stoelverstellingsinfo]: geeft de informatie weer over het veranderen van de stoelpositie.
- [Waarschuwing bij stoelverschuiving]: geeft de informatie weer over de stoelschakeling en -verschuiving.
- [Inklappen rugleuning 3e rij]: stelt in dat de rugleuning van de stoel aan de linker- of rechterkant wordt ingeklapt of uitgeklapt.
- [Slimme stoelverstelling]: geeft een voorstel voor de rijhouding op basis van het lichaamstype en geeft de resultaten weer van klinische testen van de rug.
- [Bestuurderinfo invoeren]: u kunt de informatie over lichaamsafmetingen van de bestuurder invullen.
- [Verwarming/ventilatie]: de stuur- en stoelverwarming en ventilatie worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder.
- [Auto comfortbediening]: de stoelverwarming, ventilatie en stuurverwarming worden automatisch geactiveerd voor het comfort van de bestuurder. Selecteer de items die u wilt instellen.
- [Autom. verwarmingsregeling]: de geselecteerde temperatuur van de stuur- of stoelverwarming wordt automatisch aangepast. Selecteer de items die u wilt instellen.
- [Stoel/Sturing]: wijzigt de stoel- en stuurinstellingen.
- [Comfortinstap stuur]: de stoel wordt automatisch verschoven wanneer de bestuurder in- of uitstapt.
- [Instapinstellingen stoel]: selecteert de verschuivingsafstand van de stoel wanneer de bestuurder in- of uitstapt. U kunt [Lang], [Normaal] of [Uit] selecteren.
- [Instapinstellingen stoel (omhoog/omlaag)]: stelt in dat de stoel wordt verschoven wanneer de bestuurder in- of uitstapt.
- [Regeling verwarming/-ventilatie achter]: stelt het niveau van de verwarmings-/ventilatiebediening van de linker- of rechterachterstoel in of schakelt deze uit.
Digitale sleutel (indien geleverd)
U kunt de digitale sleutels registreren of verwijderen of de instellingen van de digitale sleutel wijzigen. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Digitale sleutel].
|
- Selecteer de gewenste items.
- [Digitale sleutel activeren]: schakelt de digitale sleutel in of uit.
- [Smartphone-sleutel]: registreert of verwijdert de smartphonesleutel.
- [Registreren]: registreert uw smartphonesleutel.
- [Verwijderen]: verwijdert uw smartphonesleutel.
- [Kaartsleutel]: registreert of verwijdert uw NFC-kaartsleutel.
- [Registreren]: registreert uw kaartsleutel.
- [Verwijderen]: verwijdert uw kaartsleutel.
- [Informatie digitale sleutel]: geeft het serienummer van de verificatie-eenheid weer.
Standaard (indien geleverd)
U kunt de instellingen resetten. Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van het werkelijke scherm, afhankelijk van het model, de optie en het land.
- Druk op [SETUP] > [Voertuig] > [Reset] > [Reset].
|
- Druk op [Ja] op het pop-upbericht.