Gen5W Navigatie Standaardklasse
Installatie

Verbinding mobiel

Dit menu wordt gebruikt om de telefoonverbindingsopties aan te passen. Sommige functies en afbeeldingen kunnen afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model, de optie en het land.

Bluetooth

Dit menu beschrijft de Bluetooth-telefooninstellingen.

Bluetooth-verbindingen

Dit menu wordt gebruikt om het hoofdapparaat te koppelen en te verbinden met een Bluetooth-telefoon. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Telefoonverbindingen.

  1. Gekoppeld apparaat lijst

    Geeft de gekoppelde Bluetooth apparatenlijst weer. Door te selecteren uit de lijst, wordt het apparaat verbonden of wordt de verbinding verbroken.

  2. Bluetooth audio en hands-free verbindingsstatus

    Er verschijnt een pictogram als u een Bluetooth-audio en handenvrije verbinding maakt.

  3. Toevoegen

    Registreert een nieuw Bluetooth apparaat.

  4. Apparaten verwijderen

    Gaat naar het menu Apparaten verwijderen.

Proiriteit voor automatisch verbinding maken (Indien van toepassing)

U kunt de prioriteit van het koppelen van apparaten aan het systeem aanpassen. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Telefoonverbindingen.

Houd [] ingedrukt op het apparaat en sleep het omhoog of omlaag om de prioriteit te wijzigen.

Berichtmeldingen

U kunt berichtmeldingen controleren. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Berichtmeldingen. Vink aan om de melding pop-ups te zien voor ontvangen berichten.

Voorgedefinieerde berichten

U kunt eerder opgeslagen berichten bekijken.

  1. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Voorgedefinieerde berichten.

  2. U kunt het gewenste bericht selecteren in Op sms-bericht of Bij geweigerde oproep.

Privémodus

U kunt de privacymodus instellen om uw persoonsgegevens te beschermen. Contacten, belhistoriek, favorieten en berichten worden niet weergegeven als de privacymodus geactiveerd is.

  1. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Privémodus.

  2. Vink Privémodus aan.

Bluetooth-systeeminformatie

Voertuignaam

U kunt de naam van het Bluetooth apparaat van het voertuig wijzigen.

  1. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Bluetooth-systeeminformatie > Voertuignaam.

  2. Voer met het toetsenbord de gewenste naam in en druk dan op OK.

Code

U kunt het wachtwoord, dat gebruikt wordt voor de authentificatie van Bluetooth apparaten, wijzigen.

  1. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Bluetooth-systeeminformatie > Code.

  2. Voer met het toetsenbord de wachtwoordsleutel in. De gewijzigde wachtwoordsleutel wordt automatisch opgeslagen.

De codesleutel is een verificatiecode van 4 cijfers gebruikt voor een Bluetooth verbinding tussen de mobiele telefoon en het autosysteem. De standaard codesleutel is ingesteld op 0000.

Telefoonprojectie-inst. (Indien van toepassing)

In dit menu kunnen Android Auto en Apple CarPlay ingeschakeld worden door een vakje aan te vinken.

  1. Druk op SETUP > Verbinding mobiel > Telefoonprojectie-inst..

  2. Stel de opties in voor telefoonprojectie voor Android Auto of Apple CarPlay.

    • Android Auto inschakelen/Apple CarPlay inschakelen: Schakelt de telefoonprojectie in. U kunt de telefoonprojectie bedienen via dit systeem.

      • []: Selecteert het Apple CarPlay-scherm dat overeenstemt met de plaats van het stuur.

    • Gebruik split screen op het Android Auto scherm/Gebruik split screen op het Apple CarPlay scherm: Stelt in om de telefoonprojectie te bedienen op het gesplitst scherm.