Gen5W Navigatie Standaardklasse
Installatie

Scherm

Dit menu wordt gebruikt om de omgevingsinstellingen van het display te veranderen.

  1. Druk op SETUP > Navigatie > Scherm.

  2. Selecteer de gewenste menu's.

    • Voertuigsnelheid: De voertuigsnelheid wordt weergegeven op het kaartscherm. In sommige modellen van de voertuigen wordt de GPS-snelheid afgebeeld en deze kan verschillen van de snelheid van het instrumentenpaneel.

    • Verkeersinfo: Schakel de verkeersinformatie op de kaart in of uit.

    • Kleur van verkeersopstoppingen op de route: Vink aan of uit om verkeersproblemen op de route in een speciale kleur op de kaart weer te geven of om ze te verbergen.

    • POI-icons tonen: Stel in om POI in de buurt weer te geven op het scherm.

    • Brandstofprijsinformatie (Indien uitgerust): Stel in om de brandstofprijsgegevens op de kaart weer te geven. U kunt het weergegeven brandstoftype selecteren.

Navigatie

Dit menu wordt gebruikt om de begeleidingsinstellingen te veranderen.

  1. Druk op SETUP > Navigatie > Navigatie.

  2. Selecteer de gewenste menu's.

    • Routeopties: Verander de routeopties of selecteer de routevermijdingsopties om de geprefereerde route in te stellen.

    • Afstandstype instellen: Stel de methode voor het weergeven van de afstand op de begeleidingspositie in op Intervalafstand of Cumulatieve afstand.

    • Afstandstype voor afslaan/bochten: Stel de begeleidingsoptie in op basis van de locatie.

      • Gedetailleerde weergave route: Stel in om gedetailleerde routegegevens weer te geven.

    • Info grensovergang

      • Info grensovergang: Stel in of de informatie inzake het overgaan van grenzen weergegeven moet worden of niet.

      • Landinformatie: Weergaven van landinformatie op basis van de huidige lokatie.

    • Routeoverzicht tonen tijdens stilstand: Stel het route-overzicht in dat moet weergegeven worden bij het stoppen.

    • Navigatie dempen nabij bestemming: Stel de stembegeleiding in om uit te gaan bij het naderen van de bestemming.

Waarschuwing

Dit menu wordt gebruikt om de instellingen van de camera alert te veranderen. Deze functie is enkel beschikbaar als Kia Connect geactiveerd is.

  1. Druk op SETUP > Navigatie > Waarschuwing.

  2. Selecteer de gewenste menu's.

    • Waarschuwing radarcontrole: Stakel de camerawaarschuwing in.

    • Instellingen flitsmeldingen: Past de alarminstellingen van de camera aan.

      • Meldingstijdstip afhankelijk van snelheidslimiet: Stel de afstand voor de waarschuwing in, afhankelijk van de snelheidslimiet.

      • Tijdstip flitsmelding (algemeen): Stel de afstand voor de waarschuwing in op normale wegen.

      • Tijdstip flitsmelding (snelweg): Stel de afstand voor de waarschuwing in op de snelweg.

Kaart

Dit menu wordt gebruikt om de kaartinstellingen te wijzigen.

  1. Druk op SETUP > Navigatie > Kaart.

  2. Selecteer de gewenste menu's.

    • Kaartmodus: Stel het type van kaart in.

      • Kaartweergave: Wijzig het perspectief van de kaartweergave.

      • 3D-gebouwen: Stel in of 3D-gebouwen wel of niet worden weergegeven in de kaartweergave.

      • Automatisch zoomen: Stel in of de schaal automatisch wordt aangepast.

    • Lettergrootte toewijzen: Stelt de grootte van het lettertype van de kaart in.

    • Kaartkleur (dag) (Indien ingesteld): Stelt de kleur van de kaart in voor overdag.

    • Voertuigsymbool: Stel de stijl van het voertuigsymbool in.

    • Auto-zoom-instel.: Stel het bereik in van de automatische schaal die automatisch wordt aangepast aan de snelheid van het voertuig.

Geautomatiseerde functies

  1. Druk op SETUP > Navigatie > Geautomatiseerde functies.

  2. Selecteer de gewenste menu's.

    • Vorige punten: Stel de details van opties voor de vorige bestemming in.

      • Vorige bestemmingen opslaan: Stel de vorige bestemming in om op te slaan in Vorige punten.

      • Tijdstempel opslaan in vorige bestemmingen: Stel in of de tijdsstempel op te slaan in op Vorige punten.

      • Vorige bestemmingen weergeven als het kaartscherm wordt geopend: De vorige bestemming wordt weergeven wanneer u voor het eerst de kaartmodus gebruikt na het systeem in te schakelen.

    • Automatisch terugkeren na scrollen: Stel in dat het voertuig automatisch terugkeert naar het midden van de kaart.

    • Terug naar kaart: Stel de tijd in waarna het voertuig terugkeert naar de kaart.

    • Satelliet: Geeft de satelliet-status weer.