Gen5W Navigatie Standaardklasse
Overigen

Airco

Druk op [] > Airco en controleer de items die u wilt activeren. Raadpleeg “Airco (Indien van toepassing)” voor meer informatie over elk item. De schermen die in deze handleiding weergegeven worden, kunnen anders zijn dan de werkelijke schermen van het product.

Type A

Type B

  1. Gaat naar het vorige scherm.

  2. Gaat naar het startsherm.

  3. Geeft het menu Airco weer.

  4. Huidige tijd

    Gaat naar het scherm Datum/tijd.

  5. Klimaatinstelling

    Controleer de items om te activeren.

  6. Huidige buitentemperatuur

    Geeft de huidige buitentemperatuur weer.

  7. Temperatuur (Bestuurder)

    Geeft de ingestelde temperatuur weer.

  8. Temperatuur (Passagier)

    Geeft de ingestelde temperatuur weer.

  9. AUTO

    Als AUTO actief is, worden het ventilatorniveau en de koeling/verwarming automatisch geregeld volgens de ingestelde temperatuur.

    UIT

    Schakelt de klimaatregeling uit.

    ALLEEN BESTUURDER

    Alleen de bestuurderszetel activeert de klimaatregelingsmodus.

  10. Ventilatorrichting

    Toont de ingestelde ventilatorrichting.

  11. SYNC (Indien van toepassing)

    Als SYNC actief is, worden de zetel van de passagier vooraan en de zetel van de bestuurder gesynchroniseerd.

    VERWARMING

    Schakelt de verwarming aan of uit.

    Ventilatorniveau

    Toont het ingestelde ventilatorniveau.

    A/C

    Als A/C actief is, is de airconditioner in werking om het voertuig binnen te koelen.

Airco achterin regeling (Indien van toepassing)

Druk op [] > Airco achterin. De schermen die in deze handleiding weergegeven worden, kunnen anders zijn dan de werkelijke schermen van het product.

Type A
Type B
  1. Gaat naar het vorige scherm.

  2. Gaat naar het startsherm.

  3. Geeft het menu Airco achterin weer.

  4. Temperatuurregeling achterbank

    Past de temperatuur op de achterbank aan.

  5. Huidige tijd

    Gaat naar het scherm Datum/tijd.

  6. Menu instellingen klimaatregeling

    Geeft het menu instellingen klimaatregeling weer.

  7. AUTO (indien van toepassing)

    Als AUTO actief is, worden het ventilatorniveau en de koeling/verwarming automatisch geregeld volgens de ingestelde temperatuur.

  8. Ventilatorrichting

    Geeft de ventilatorrichting van de klimaatregeling achteraan weer en past het aan.

  9. Ventilatorniveau

    Geeft het ventilatorniveau van de achterbank weer en past het aan.

  10. OFF

    Schakelt de klimaatregeling achteraan uit.