Bluetooth® Draadloze technologie

Voor het gebruik van de Bluetooth-handsfree

Wat is Bluetooth Draadloze technologie?

• Bluetooth Wireless Technology verwijst naar een korte-afstand draadloze netwerktechnologie die een frequentie van 2,45GHz gebruikt om diverse apparaten binnen een bepaalde afstand met elkaar te verbinden.
• Bluetooth Wireless Technology, ondersteund in Bluetooth-telefoons, PDA's, verschillende elektronische apparaten, en automotive-omgevingen, kan worden verzonden zonder een verbindingskabel te gebruiken.
• Bluetooth Handsfree verwijst naar een apparaat dat de gebruiker eenvoudig telefoongesprekken laat voeren met Bluetooth mobiele telefoons middels het systeem.
• De functie Bluetooth Handsfree wordt wellicht niet ondersteund door bepaalde telefoons.

Veiligheidsvoorschriften voor veilig rijden

• Bluetooth is een functie die het mogelijk maakt voor bestuurders om handenvrij te bellen tijdens het rijden. Door het hoofdapparaat met een Bluetooth-telefoon te verbinden, kan de gebruiker eenvoudig gesprekken voeren, ontvangen en het telefoonboek beheren. Voordat u Bluetooth Wireless Technology gebruikt, dient u de inhoud van deze gebruikershandleiding zorgvuldig door te lezen.
• Overmatig gebruik van bedieningsfuncties tijdens het rijden kan leiden tot onoplettend rijgedrag en het veroorzaken van ongelukken. Bedien het apparaat niet te veel tijdens het rijden.
• Gedurende langere tijd naar het scherm kijken is gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken. Kijk tijdens het rijden slechts kort naar het scherm.

Aandachtspunten bij het aansluiten van een Bluetooth-telefoon

• Controleer, voordat u de hoofdunit met de mobiele telefoon verbindt, of de mobiele telefoon Bluetooth-functies ondersteunt.
• Als u niet wilt dat er automatisch verbinding wordt gemaakt met uw Bluetooth-apparaat, zet u de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat uit.
• Parkeer het voertuig wanneer u de hoofdunit koppelt met de mobiele telefoon.
• Sommige Bluetooth-functies kunnen mogelijk af en toe niet goed werken, afhankelijk van de firmware-versie van uw mobiele telefoon. Als zulke functies bediend kunnen worden nadat u een S/W-upgrade ontvangen heeft van de fabrikant van uw mobiele telefoon, ontkoppel dan alle apparaten en koppel ze opnieuw voor gebruik.

Het koppelen en verbinden van het apparaat met een Bluetooth-telefoon

Om de Bluetooth-functie te kunnen gebruiken, moet u ervoor zorgen dat Bluetooth is ingeschakeld op uw telefoon. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw telefoon.

Als er geen telefoons gekoppeld zijn

1. Druk op [Telefoon] op het scherm [Alle menu's]. Of druk op [] op de afstandsbediening van het stuur.

• [Annuleren]: Annuleert de Bluetooth-verbinding.

2. Zoek naar Bluetooth-apparaten op uw telefoon. (De standaard voertuignaam is Kia.)
3. 1) Als de SSP (Secure Simple Pairing) niet wordt ondersteund, voer dan de code in op uw Bluetooth-apparaat. (De standaard code is 0000.)

2) Als de SSP (Secure Simple Pairing) wél ondersteund wordt, druk dan op [Ja] op het pop-up scherm van uw Bluetooth apparaat.

4. Bluetooth-apparaat is gekoppeld. De mobiele telefoon maakt contact en de oproeplijst wordt gedownload. Als de verbinding mislukt is, wordt er een foutmelding op het scherm weergegeven.

Wanneer een telefoon al gekoppeld is

1. Druk op [Telefoon] op het scherm [Alle menu's]. Of druk op [] op de afstandsbediening van het stuur.
2. Druk op het apparaat op het pop up scherm van de lijst met Bluetooth-apparaten Druk, als u een extra apparaat wilt koppelen, op [Nieuw toevoegen]. Volg de stappen 3-4 van het deel “Als er geen telefoons gekoppeld zijn”.

Wanneer er een extra apparaat gekoppeld wordt

1. Druk op [SETUP] > [Telefoon-verbindingen] > [Telefoon-verbindingen].

2. Selecteer het apparaat dat u wilt koppelen. Als er geen apparaat is waarmee u wilt koppelen, drukt u op [Nieuw toevoegen].
3. Zoek naar Bluetooth-apparaten op uw telefoon. (De standaard voertuignaam is Kia.)
4. 1) Als de SSP (Secure Simple Pairing) niet wordt ondersteund, voer dan de code in op uw Bluetooth-apparaat. (De standaard code is 0000.)

2) Als de SSP (Secure Simple Pairing) wél ondersteund wordt, druk dan op [Ja] op het pop-up scherm van uw Bluetooth apparaat. (Het pop-upscherm kan verschillen van de werkelijke informatie van het Bluetooth apparaat)

5. Bluetooth-apparaat is gekoppeld De mobiele telefoon maakt contact en de oproeplijst wordt gedownload. Als de verbinding mislukt is, wordt er een foutmelding op het scherm weergegeven.

,Opmerking

Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk een Bluetooth-telefoon te koppelen wanneer het voertuig in beweging is. Parkeer het voertuig op een veilige plaats om een Bluetooth-telefoon te koppelen. Het is mogelijk om tot 5 mobiele telefoons te koppelen. Om een nieuwe telefoon te koppelen wanneer er al 5 telefoons gekoppeld zijn, moet u eerst een eerder gekoppelde telefoon verwijderen. Sommige functies worden wellicht niet ondersteund vanwege beperkte Bluetooth compatibiliteit tussen het systeem in de auto en de mobiele telefoon. Wanneer een Bluetooth-apparaat verbonden is, kan er geen nieuw apparaat gekoppeld worden. Ontkoppel eerst het verbonden Bluetooth--apparaat als u een nieuwe telefoon wilt koppelen.

De verbonden telefoon ontkoppelen

1. Druk op [SETUP] > [Telefoon-verbindingen] > [Telefoon-verbindingen].
2. De verbonden telefoon selecteren.

,Opmerking

Als u de ontkoppelde telefoon opnieuw wilt verbinden, selecteert u de ontkoppelde telefoon.

Bluetooth-apparaten verwijderen

Als u niet langer een telefoon hoeft te gebruiken kunt u deze verwijderen. Houd er rekening mee dat door het verwijderen van een Bluetooth-apparaat de volledige gesprekkenlijst en contactgegevens verwijderd worden.

1. Druk op [SETUP] > [Telefoon-verbindingen] > [Telefoon-verbindingen].
2. Druk op [Apparaten verwijderen].

3. Selecteer het gewenste apparaat en druk dan op [Wissen] > [Ja].

• [Alles markeren]: Markeert alle items.
• [Alles demarkeren]: Maak de selectie van alle items ongedaan.

Apparaat wijzigen

Als u het aangesloten apparaat wilt loskoppelen en een ander apparaat wilt aansluiten, kunt u het apparaat als volgt wijzigen.

1. Druk op het scherm [Telefoon] op [] of druk op [] > [Apparaat wijzigen].

2. Druk op een apparaatnaam om de verbinding van het apparaat te wijzigen.

,Opmerking

Als er twee bluetooth-apparaten zijn geregistreerd en een van deze is verboden, zal de verbinding met het verbonden apparaat verbroken worden door op deze knop te drukken en zal er worden geprobeerd om verbinding met het andere apparaat te maken. Als er 3 of meer geregistreerde apparaten zijn, zal de lijst met apparaten weergegeven worden en kan de gebruiker het gewenste apparaat selecteren.

Privémodus

De privacymodus wordt gebruikt om privégegevens te beschermen. Als u de privacymodus activeert, geeft het audiosysteem geen contacten, oproepgeschiedenis, favorieten en berichten weer.

Druk op het scherm [Telefoon] op [] > [Privémodus].